My photo
investigated sustainable lifestyles in Japan

17/07/2012

money matters


* de Nederlandse tekst vind je verderop *


Opening a bank account in Japan took about 4 hours spread over 2 visits. Several official documents were required and a number of forms had to be completed. One of the major problems to tackle was the fact that I have three middle name. Add to that that my last name isn’t very Japanese. Together, these five names (my first name, my three middle names, and my last name), when set in Japanese characters, took up far too much space and didn’t fit in the allocated spaces on the form. Moreover, it was easy to make mistakes in the characters. So everything had to be checked and double checked. It is a good thing as several tiny differences in the characters were discovered and one little stroke more or less can seriously alter the meaning of the character. After getting all my names right, the bank officer calmly but decisively went through all the documents. She explained precisely how I deposit money, withdraw money, save money, transfer money through the internet, how much money the various transactions cost, and more, and she did all of this in Japanese. So thanks to my assistant/interpreter, I am now a client at Japan’s number one bank, the Mitsubishi UFJ Financial Group (MUFJ). 
After all these formalities and all the seriousness, you can imagine my surprise when after a week I received by post a happy Disney bank card and bank notebook. Too cute. What was missing in all of this was Scrooge McDuck as he seems to reflect the Japanese way of dealing with money so well. The Japanese are not only careful spenders (quality first); they are also the best savers in the world. On average, Japanese families save 20 percent of their monthly income. Mortgages are kept low and repaid within a short amount of time. Credit card debts are rare: on average $0.70 cents versus a $2.200 in the USA.

As a result, personal savings are astronomical (on average, a family has around €160.000). Interestingly, despite the good service and the cute cards that banks offer their clients, many Japanese still opt to keep their savings in private money-boxes at home. They tend to distrust banks, which seems to me, at this point in time, to be common sense given the bank crisis where millions lost their savings. Currently, the Japanese save more money than ever and widely neglect the government’s call to do the opposite. The government’s message to spend more for the sake of the economy doesn’t seem to appeal to them. Apparently, when it comes to money, the Japanese attitude of safety first takes precedence over their respect for authority.  
Considering all this, it is not surprising that most things are still paid for in cash. In shops, debiting purchases or paying with plastic is uncommon. Even regular payments like one’s rent or one’s electricity bill are often paid for in cash. As such, the Japanese are quite used to dealing with large numbers of bank notes. And if you don’t like the idea of your money having passed through so many hands, you just go to the money cleaning machine, which quickly removes stains and bacteria from your bank notes.
Despite the thorough explanations provided to me by the very patient bank officer, I still find using the payment machine to be a huge challenge. All of instructions are in Japanese. Fortunately, the bank has a special uniformed service employee whose main task is to welcome clients and provide assistance if needed. In my case, he did the entire payment process for me. He pressed all buttons needed, except my pin code (In his words: “the secret numbers”) where he pointed to where I needed to press and then discretely turned his back. Without trust, I would have been completely lost.


geldzaken

Het duurde vier uur om een bankrekening te openen. Er waren allerlei officiële papieren nodig en een heleboel formulieren moesten worden ingevuld. Bovendien ontstond er een groot probleem door mijn vier voornamen en mijn familienaam bleek nogal ingewikkeld voor het Japans. Alles bij elkaar waren de vijf namen (mijn vier voornamen en de achternaam) veel te lang voor de ruimte op het formulier. Omdat er gemakkelijk fouten gemaakt worden in het Japanse schrift, moest alles ook nog eens heel goed nagekeken worden. Dat is op zich prima, want een klein streepje meer of minder kan een heel andere betekenis geven. Toen eindelijk alles goed opgeschreven was, nam de medewerkster rustig maar gedecideerd alle formulieren nog eens met me door. Daarna legde ze heel precies uit hoe ik geld kan storten, kan opnemen, kan sparen, hoe ik kan internetbankieren, hoeveel de verschillende transacties kosten en nog veel meer. En dat alles in het Japans. Gelukkig heb ik een assistente /vertaalster en dankzij haar ben ik nu klant van de grootste bank in Japan: de Mitsubishi UFJ Financial Group (MUFJ).
Je kunt je voorstellen hoe verrast ik was toen ik na zoveel serieusheid, een bankpasje en bankboekje vol vrolijke Disney figuurtjes thuis gestuurd kreeg. Heel schattig. Maar Dagobert Duck staat er niet op, terwijl hij toch het boegbeeld zou kunnen zijn van hoe Japanners met geld omgaan: voorzichtig (kwaliteit staat voorop als men iets koopt), geen schulden maken en veel sparen. Een gezin spaart gemiddeld 20 procent van het maandinkomen. Hypotheken zijn laag en worden snel afbetaald. En er zijn nauwelijks schulden op betaalkaarten: $ 0,70 cent tegen $2.600 in the USA. De persoonlijke spaartegoeden zijn dan ook astronomisch ( €160.000 per gezin). Momenteel sparen Japanners meer dan ooit en ze negeren daarmee de oproep van de regering om het tegenovergestelde te doen. Ze voelen zich niet aangesproken door de boodschap om de economie te stimuleren door meer te kopen. Als het op geld aankomt, weegt safety first voor Japanners blijkbaar zwaarder dan hun gevoel voor autoriteit. 
Al is de service van de banken nog zo goed, veel Japanners bewaren hun spaargeld gewoon thuis in spaarpotten. Zij hebben van oudsher niet zo'n vertrouwen in banken; een mentaliteit waar ik nu wel begrip voor kan opbrengen gezien de recente bankcrisis waarbij miljoenen hun spaargeld kwijt raakten. Het is dus eigenlijk niet zo vreemd dat de meeste aankopen nog steeds contact betaald worden. Pinautomaten en plastic betaalkaarten worden nauwelijks gebruikt. Zelfs maandelijkse betalingen als de huur of elektriciteit worden cash gedaan. Voor Japanners zijn grote pakken bankbiljetten dus heel gewoon. Mocht je het een vervelend idee vinden dat je geld door veel andere handen gegaan is, dan biedt de geld-wasmachine uitkomst.Die verwijdert vlekken en je krijgt je biljetten weer fris en gladgestreken terug.
Ondanks de gedegen uitleg van de bankmedewerkster, vind ik het een enorme klus om met de betaalautomaat de huur te betalen. Alle instructies zijn in het Japans. Gelukkig heeft de bank een speciale medewerker in uniform die als taak heeft iedereen vriendelijk te begroeten en te assisteren indien nodig. Hij heeft de hele betaling persoonlijk voor me in orde gemaakt. Alle toetsen heeft hij ingedrukt, behalve die van mijn pincode, de“geheime cijfers” zoals hij ze noemde. Die wees hij aan, daarna draaide hij zich discreet om en wachtte tot ik klaar was. Zonder vertrouwen was ik hier nergens.




08/07/2012

wild ducks


* de Nederlandse tekst vind je verderop *


In my hometown Maastricht  I am used to cycle to work along the river. It is very pleasant that I can continue this habit in Kyoto where I live close to the Kamo gama: the wild duck river.  There are two differences however. The distance to my workplace is larger (3.5 km) and the route  is far more adventurous.  So it is a double change for the better. 

The Kamo River has its source in the mountains, North of Kyoto . Somewhere near the centre the river joins with the Takano River which flows down from the north-eastern direction. Since these mountain rivers have just a  few artificial constructions, the river area  looks natural and rather pristine. Indeed it is a huge nature area  throughout this big city.

I start my morning ride in the North  where  the bumpy narrow path goes along several waterfalls. The water level  is usually relatively low; less than one meter in most places. But since the rainy season has started, the river is full and the water clatters downstream. Under  the first bridge  I balance on a strip of 80 centimetre along a row of zero yen houses closely watching  the doors in case the resident might come out. Soon after,  the path becomes wider, so  I can bike more relaxed. The riverbanks are very popular spots for the outdoor activities like walking, running, fishing or gymnastics. But the  Kyoto residents  also go to the river to play music,  practice choir chants or declaim. For them  this beautiful public space is an extension of their small,  thin- walled  house. Nobody seems surprised, except a gajin  like me (the Japanese word for foreigner;  literal meaning: alien ) who cannot resist to make pictures. Fortunately,  there is no time clock in the institute where I work.

Please enjoy some ‘wild duck’ impressions below.

wilde eenden

In mijn  woonplaats  Maastricht fiets ik altijd langs de rivier naar mijn werk. Het is fijn dat ik dit in Kyoto kan blijven doen, want  ik woon hier dicht bij de Kamo gama:  de wilde eend rivier. Maar er zijn twee belangrijke verschillen. De afstand naar mijn werk is nu een stuk langer (het is 3,5 kilometer) en de route is avontuurlijker.  Het  is dubbel zo leuk dus.

De Kamo rivier begint  in de bergen ten noorden van Kyoto.  Bij het centrum van de stad komt hij samen met de Takano rivier die vanuit de bergen ten oosten  van de stad naar beneden stroomt . Anders dan bij de Maas zijn er maar een paar constructies aangebracht in deze  berg rivieren. Daardoor ziet  het rivierengebied er heel natuurlijk en ongerept uit. Feitelijk  is het een enorm natuurgebied, dwars door deze grote stad heen.

Ik begin mijn ochtendritje in het noorden over een hobbelig pad langs verschillende watervallen. Het waterpeil is meestal laag; op de meeste plaatsen minder dan een meter. Maar nu het regenseizoen is begonnen, is de rivier vol en klettert het water naar beneden. Onder de eerste brug balanceer ik over een strook van zo’n 80 centimeter langs een rijtje zero yen huizen. Ik hou de  deurtjes angstvallig in de gaten, voor het  geval een bewoner naar buiten zou willen. Even later wordt het pad breder en kan ik ontspannen verder fietsen. De oevers van de rivier zijn heel populair voor de gebruikelijke outdoor activiteiten zoals  wandelen, hardlopen, vissen of  gymnastiek. Maar de inwoners van Kyoto gaan ook naar de rivier om muziek te spelen, te zingen of te declameren.  Deze prachtige plek is voor velen  een verlengstuk  van hun kleine, gehorige woningen. Niemand kijkt er vreemd van op, behalve een gajin  als ik ( het Japanse woord voor buitenlander, dat letterlijk alien betekent), die het niet kan laten foto’s te maken. Gelukkig is er geen tijdklok op het  instituut waar ik werk.










02/07/2012

green is cool


* de Nederlandse tekst vind je verderop *


The Japanese are fond on nature and gardening, and so am I. As I wander around this large city, I am often pleasantly surprised. I see tiny flower gardens planted in front of houses, elegant trees peaking out above bamboo fences, and colourful creepers against walls. Even more astonishing are the many productive plots that you see around this city. Vegetable gardens and even small rice fields are fairly common. Some are for private use but, on the outskirts of the city, there are still quite a few plots for commercial production, and since they tend to be wedged between houses or even apartment buildings, the pleasure of this rural experience is always unexpected. But the plots are indeed useful. The proceeds are directly sold to the citizens who are very keen about their food being fresh. In the morning, the farmer’s wives drive their small trucks through residential areas, their trunks full of seasonal vegetables freshly harvested just a few kilometres away. 

This tradition of small scale agriculture has been revitalised by the Do you Kyoto campaign to make Kyoto more sustainable. People are stimulated to grow vegetable gardens and schools are given extra facilities if they join the campaign, which they often do. Urban farming is a great way to improve quality of life and sustainability in the cities. Should lack of space on the ground be an obstacle, then the top of the buildings offer plenty of room to expand. In Kyoto, the first attempts at roof gardens are now taking place but, in Tokyo, the metropolitan authorities started requiring building owners and developers to plant trees on rooftops back in 2001. The requirement applies to commercial buildings with more than 1,000 sq. meters of floor space and public buildings of more than 250 sq. meters. This requirement was implemented as a means to mitigate the heat in summer and reduce air conditioner use. The effects have been measured in a study showing that roof temperatures have decreased significantly and indoor temperatures have been lowered by 1 to 3 degrees. Additionally, this measure has lead to new enterprises such as Tokai no Noen (City Farm) that develops and commercially exploits roof gardens. Prices for a plot of 3 sq metres are around 200 Euros, but roof gardens are still very popular. The kind of people willing to pay the 200 euros per 3 square metres varies, as do their motivations to do so. Some families rent plots so that their kids can experience nature. Some elderly people rent plots because they want fresh air and some physical exercise. Other people rent plots because they like to have fresh, reliable food or they want to connect with fellow gardeners. Also, there are companies who rent plots and offer them to their employees. Their harvest parties are usually accompanied by a whole lot of beer. Clearly, the benefits of having a garden are varied. 





 Groen is cool

Japanners zijn dol op de natuur en op tuinieren. En ik ook. Als ik door deze grote stad wandel, ben ik regelmatig aangenaam verrast. Ik zie mini bloementuintjes langs voorgevels, sierlijke bomen die boven bamboe schuttingen uit steken, en fleurige klimplanten tegen muren. Nog verrassender zijn de landbouw veldjes die overal in de stad te vinden zijn. Groentetuinen en zelfs kleine rijst veldjes zijn hier heel gewoon. Sommige zijn voor privé gebruik maar naarmate je verder in de buitenwijken komt, zie je steeds meer landbouw akkertjes voor de handel. Omdat de veldjes helemaal ingeklemd zitten tussen huizen en zelfs appartement gebouwen, is zo’n dorpse ervaring altijd een onverwacht plezier. Maar de  landjes zijn vooral erg nuttig. Ze zorgen voor verse producten. En dat is iets wat Japanners heel belangrijk vinden.  In de ochtend zie je de boerenvrouwen in hun smalle vrachtwagentjes door de woonbuurten rijden; de laadbak vol met groenten die net geoogst zijn, een paar kilometer verderop.

Deze traditie van kleinschalige landbouw is nu onderdeel van de Do You Kyoto campagne voor een duurzame stad. Het idee is om zoveel mogelijk groenten zelf te verbouwen. Particulieren en scholen krijgen extra faciliteiten als ze meedoen. Mocht er te weinig ruimte op de grond zijn, dan bieden de daken genoeg uitbreidingsmogelijkheden. In Kyoto vinden nu de eerste experimenten met daktuinen plaats, maar de metropool Tokyo heeft  al sinds 2001 voorschriften voor het beplanten van daken. Het is verplicht voor commerciële gebouwen met een oppervlakte van meer dan 1000 m² en openbare gebouwen groter dan  250 m².  De maatregel is bedoeld om de hitte in de zomer tegen te gaan en het gebruik van airco’s te verminderen. En dat is het geval, zo blijkt uit onderzoek. De temperatuur van het dak  gaat inderdaad behoorlijk omlaag. De binnentemperatuur daalt met 1 tot 3 graden. De maatregel heeft  nieuwe bedrijfjes opgeleverd zoals stadsboerderij Tokai no Noen, die daktuinen aanlegt en exploiteert. De huurprijs voor een lapje grond van 3 m² is al gauw zo’n 200 euro per maand, maar toch zijn de tuintje heel populair. De mensen die dit bedrag neer tellen zijn heel gevarieerd, net als de redenen om een tuintje te beginnen. Gezinnen huren een landje om hun kinderen natuur ervaring te laten opdoen. Anderen huren een landje omdat ze vers, betrouwbaar voedsel willen en contact met andere tuiniers. Oudere mensen huren een tuintje vanwege de frisse lucht en de lichaamsbeweging. En sommige bedrijven huren een stuk grond  voor de ontspanning van hun personeel. Zij vieren het binnenhalen van de oogst meestal met heel veel bier. Een stadstuin  heeft kortom ongekend veel voordelen.